Shop
Kennisbank
Mechanisatie
Buisrailwagen: tips voor gebruik en onderhoudBuisrailwagen: tips voor gebruik en onderhoud

Geschreven door Frank Schoenmakers | Laatste update: 08-02-2022
In de meeste glastuinbouwbedrijven maakt een buisrailwagen heel wat overuren. Het juiste gebruik van de buisrailwagens en het uitvoeren van onderhoud is daarom van belang om de levensduur van een buisrailwagen te verlengen. Net zo belangrijk is het veilig werken en oplossen van storingen om de veiligheid van medewerkers te waarborgen.
In dit artikel gaan we in op:
Werken met een buisrailwagen brengt risico’s met zich mee. Daarom is het heel belangrijk dat werknemers op de hoogte zijn van de veiligheidsmaatregelen, zodat zij weten hoe ze op een veilige manier kunnen werken met een buisrailwagen.
Veiligheidsmaatregelen voor gebruik buisrailwagen
- Lees altijd eerst de gebruikershandleiding door en volg de instructies en veiligheidsvoorschriften op.
- Let op: alleen personen van minimaal 18 jaar die een degelijke instructie hebben gekregen, kennis hebben genomen van de gebruikershandleiding, deze volledig begrijpen en zich van de gevaren bewust zijn, mogen een buisrailwagen bedienen.
- Controleer de buisrailwagen voor gebruik op gebreken. Constateer je een gebrek, los dit dan eerst op of – indien je dit niet zelf kan oplossen – schakel een monteur in.
- Controleer voordat je gaat rijden of er niemand in het pad loopt, of er geen andere buisrailwagen in het pad aanwezig is en of er geen obstakels in het pad of plantresten op de rails liggen.
- Controleer vooraf of alle afschermingen en beschermingskappen gemonteerd en gesloten zijn.
Veiligheidsmaatregelen tijdens gebruik buisrailwagen
- Er mag altijd maar één persoon op een buisrailwagen staan. Laat ook nooit iemand meerijden op het chassis.
- Plaats eventuele belading in het midden van het werkplateau en zeker dit. De belading mag nooit meer dan 40 centimeter boven het werkplateau uitsteken.
- Sluit het veiligheidshek voordat je gaat rijden en laat dit tijdens het rijden dicht.
- Overschrijd nooit het maximale laadvermogen van een buisrailwagen, dit vergroot de kans op scheefstand. Het maximale laadvermogen staat in de meeste gevallen vermeld op de buisrailwagen zelf. Is dit niet het geval, raadpleeg dan de handleiding.
- Blijf te allen tijde op het werkplateau staan. Is de hoogte van de buisrailwagen niet toereikend, verhoog dan nooit de hefhoogte (bijvoorbeeld door een trap op het werkplateau te plaatsen).
- De meeste buisrailwagens zijn voorzien van een scheefstandmelder met waarschuwingssignaal dat gaat piepen wanneer de wagen een scheefstand groter dan 2 bereikt. Hoor je dit signaal, stop dan direct de werkzaamheden, zet de schaar zo ver mogelijk naar beneden, stap af en rijdt de buisrailwagen lopend naast de wagen terug.
- Gebruik een buisrailwagen alleen voor oogst- en gewasverzorgingswerkzaamheden.
- Gebruik een buisrailwagen nooit als hijskraan.
Veiligheidsmaatregelen na gebruik buisrailwagen
- Zet de buisrailwagen voordat je afstapt altijd in de laagste stand.
- Schakel een buisrailwagen na gebruik altijd met de hoofdschakelaar uit.
- Zet de rijrichtingschakelaar na gebruik altijd in de neutrale stand.
- Draag bij het verplaatsen van een buisrailwagen altijd veiligheidsschoenen van minimaal veiligheidscategorie S1.
In deze video laten we u zien hoe u de potentiometer kunt vervangen:
Hoe onderhoud en repareer je buisrailwagens?
Als je op het bedrijf werkt met buisrailwagens, is het belangrijk dat deze op de juiste manier en met regelmaat gecontroleerd worden, zodat er indien nodig onderhoud en reparatie uitgevoerd kan worden. Op deze manier zorg je ervoor dat werknemers veilig kunnen werken met de buisrailwagens.
Controleschema
Verschillende onderdelen van buisrailwagens moeten periodiek gecontroleerd worden. Het verschilt per onderdeel hoe vaak dit moet gebeuren. In onderstaand controleschema vind je de benodigde controles en daarbij vermeld hoe vaak je deze controles dient uit te voeren.
Let op: schakel de buisrailwagen voordat je start met de controle altijd uit met de hoofdschakelaar!
Blijkt dat de buisrailwagen defect is, zorg dan dat deze niet wordt gebruikt totdat het defect is verholpen. Laat onderhoud aan elektrische componenten, bedrading, het hydraulische systeem en de aandrijfmotor altijd uitvoeren door een gekwalificeerd monteur.
Tips voor klein onderhoud aan de BeNomic buisrailwagen
Om de levensduur van een buisrailwagen te verlengen kun je letten op de volgen dingen:
Jaarlijks onderhoud van de BeNomic
We raden aan om eens per jaar een groot onderhoud uit te voeren aan de buisrailwagen. Check de BeNomic intensief op alle onderdelen. Onze specialisten helpen uiteraard graag met dit grote onderhoud. Gedurende het jaar kun je zelf letten op de kleinere zaken. Deze zijn immers minstens zo belangrijk als het grote onderhoud.
Klein onderhoud aan de BeNomic
Klein onderhoud verlengt de levensduur en prestaties van jouw BeNomic buisrailwagen. Onder klein onderhoud verstaan we het onderhoud dat je zelf gemakkelijk kunt uitvoeren. Hier heb je geen hulp bij nodig van specialisten. Een controleschema met daarbij vermeld hoe vaak je deze controles dient uit te voeren helpt je hierbij.
- Schone buizen voorkomt het vastlopen van de wielen
Het eerste punt gaat niet direct om de buisrailwagen zelf, maar om de buizen waar de wagen overheen rijdt. Zorg er altijd voor dat de buizen zo schoon mogelijk zijn. Haal restafval, zoals bladeren en touw, weg voor je de BeNomic gaat gebruiken. Met name touw vergroot de kans dat de wielen sneller slijten. Door vuil, bladeren en touw kunnen de wielen ook vastlopen, waardoor groter onderhoud eerder nodig is.
- Check smeerpunten regelmatig
Een buisrailwagen moet soepel blijven lopen. Check daarom regelmatig de smeerpunten, smeerdoppen en kettingen van de BeNomic. Er wordt tijdens het grote onderhoud standaard gekeken naar deze smeerpunten. Echter, je doet er goed aan dit zelf ook te checken. Als deze smeerpunten niet goed onderhouden worden, bestaat de kans dat de lagers warm lopen en hierdoor breken.
- Zorg voor een opgeladen accu
Zorg ervoor dat de accu van de BeNomic buisrailwagen goed wordt opgeladen. Door de accu-indicatiemeter in de gaten te houden, zie je duidelijk wanneer de accu leeg dreigt te raken. We adviseren de accu nooit helemaal leeg te laten lopen. Dit is niet gezond voor de accu. Daarnaast is het moeilijker om de accu weer geheel op te laden vanaf het nulpunt. Zorg er daarom voor dat de BeNomic tijdig wordt opgeladen.
- Houd de BeNomic goed schoon
Het schoonmaken van de BeNomic is ontzettend belangrijk. Vuil geeft immers de meeste slijtage. Zorg er daarom voor dat na elk gebruik de buisrailwagen wordt schoongemaakt. Verwijder restafval van de wielen. Haal met een borstel het zand weg. Gebruik eventueel een lichtvochtige doek voor de metalen onderdelen van de BeNomic. Let op, gebruik nooit een hogedrukspuit voor het reinigen van de BeNomic.
In deze video laten we je zien hoe je de klep van de BeNomic Star 300 kunt vervangen:
Hoe maak je de accu van een buisrailwagen winterklaar? De accu van een buisrailwagen dien je goed voor te bereiden voordat ze de winterstalling ingaan. Dat zal ten goede komen van de levensduur. Kortom: hoe maak je de batterij van een buisrailwagen winterklaar?
1. Batterijen goed doorladen met de lader die je altijd gebruikt
Voordat je de batterijen gaat laden, check je het niveau van het elektroliet (accuzuur). Vul de batterij zo nodig bij met gedemineraliseerd water tot minimaal 0,5 cm boven de platen.
2. Laat de lader het volledige laadprogramma afmaken
Laat de batterijen vervolgens 24 uur “rusten”. Check eventueel met een zuurweger of het accuzuur een soortelijke massa heeft van tussen de 1,26 – 1,28 kg/l. Check eventueel ook met een Voltmeter/Multimeter de spanning van de batterij. Deze moet boven de 12,6 Volt zijn. Worden deze waarden niet bereikt, dan dien je de batterij nogmaals door te laden. Als daarna de waarden ook niet worden bereikt, dan heeft het in principe geen zin meer om deze batterij in de winteropslag te zetten.
3. Maak de poolklemmen los
Maak de bovenzijde van de batterij schoon met een mengsel van soda en (lauw) water. Gebruik daarbij een afwasborstel of een kwast. Maak daarna het deksel droog. Hierdoor worden oppervlakte lekspanningen door het zuur op het deksel vermeden, waardoor de batterij een minimale zelfontlading heeft.
4. Poolklemmen goed schoonmaken en invetten
Het schoonmaken van de poolklemmen doe je met de staalborstel. Vervolgens vet je deze licht in met zuurvrije vaseline. Let op: gebruik geen smeervet. Daarna kan je alle klemmen weer aansluiten, behalve de min kabel (door de min kabel niet aan te sluiten, vermijd je lekspanningen en dus leeglopen van de batterij).
5. Plaats de batterijen in een vorst– en vochtvrije omgeving
Zorg ook dat deze omgeving goed geventileerd is en dat er geen metalen voorwerpen op de batterij kunnen vallen. Dit kan namelijk een kortsluiting, vonk of zelfs een explosie veroorzaken.
6. Geef de batterijen een tussentijdse lading
De tussentijdse lading is van belang voor het verkrijgen van een langere levensduur van de batterijen. Doe dit maandelijks. We raden geen druppellader aan. Dit is ook niet noodzakelijk als je de bovenstaande stappen opvolgt.
7. Laad de batterijen goed door als je de buisrailwagen weer in gebruik neemt
Dit doe je bijvoorbeeld in de maand maart. De batterijen zijn nu weer in optimale staat om het nieuwe seizoen zonder problemen op te starten. Let op: bij het opladen van de batterijen komt een zeer explosief gas vrij. Blijf daarom met vonken, vuur en sigaretten altijd uit de buurt.